Tot 1 januari 2020 bouwde je als werknemer van Van Lanschot Kempen vanaf je datum van indiensttreding pensioen op bij Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot. Het pensioenfonds voerde de pensioenregeling uit.
In dit Pensioen 1-2-3 lees je wat de pensioenregeling bij ons pensioenfonds inhield. Dat is belangrijk om te weten voor later, maar ook als je van baan verandert. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over pensioen. Die vind je wel op:
- Mijn pensioencijfers (inzicht in je pensioen bij Pensioenfonds F. van Lanschot)
- Mijn pensioenoverzicht (inzicht in je complete pensioensituatie inclusief AOW)
- Je jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht (inzicht in je pensioen bij Pensioenfonds F. van Lanschot)
Hier vind je de gegevens die je nodig hebt voor je financiële planning en als je zelf wat extra opzij wilt zetten voor een financieel gezonde oude dag voor jou en/of je eventuele partner.
Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. In deze eerste laag lees je heel beknopt de belangrijkste informatie over de pensioenregeling tot 1 januari 2020. In de tweede laag vind je meer informatie over alle onderwerpen van laag 1. Tot slot vind je in laag 3 de meest uitgebreide informatie, zoals juridische en beleidsdocumenten van de pensioenregeling.
Hoe wij omgaat met maatschappelijk verantwoord beleggen lees je in het MVB-beleidsplan.
Wat krijg je in de pensioenregeling?



Ga je met pensioen?
Dan krijg je ouderdomspensioen.
Laag 2
Via Van Lanschot NV nam je deel in de pensioenregeling van Pensioenfonds van Lanschot en bouwde je tot 1 januari 2020 ouderdomspensioen op.
Dat ouderdomspensioen gaat in principe in op de pensioenrichtdatum. Dat is je 68ste verjaardag. Je hebt ook de mogelijkheid om je pensioendatum te vervroegen of uit te stellen. Het ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat je van de overheid ontvangt als je de AOW-leeftijd bereikt.
De pensioenregeling bestaat uit:
De basisregeling. Dit is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwde je een stukje pensioen op over een deel van het bruto loon dat je in dat jaar verdiende.
De basisregeling is voor iedereen van toepassing tot het grensbedrag van € 52.807 fulltime bruto pensioengevend salaris (2019). Je bouwde niet over je hele bruto salaris pensioen op. Pensioenfondsen moeten namelijk rekening houden met de AOW, die je van de overheid ontvangt als je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Het deel van je loon waarover je geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. De franchise voor 2019 is € 14.259. Over je bruto salaris tot aan het grensbedrag minus de franchise bouwde je jaarlijks pensioenaanspraken op: maximaal 1,875% per kalenderjaar.
Daarnaast was er een excedentregeling. Dit was een premieovereenkomst. Ieder jaar werd een premie ingelegd waarmee je een pensioenkapitaal opbouwde. De excedentregeling was van toepassing wanneer je fulltime pensioengevend salaris hoger is dan € 52.807 (2019) tot maximaal € 107.593 (2019). De hoogte van de beschikbare premie is afhankelijk van het salaris en je leeftijd. Hoe ouder je bent hoe hoger het beschikbare premiepercentage.
De excedentregeling is in 2020 beeindigd. Voor de meeste deelnemers is het opgebouwde kapitaal overgedragen aan ASR (de uitvoerder van de huidige pensioenregeling van Van Lanschot Kempen). Voor deelnemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de collectieve waardeoverdracht is het opgebouwde kapitaal uit de excedentregeling omgezet naar extra pensioenaanspraken in de basisregeling.
Hoeveel pensioen je straks ontvangt van het pensioenfonds is afhankelijk van een aantal factoren:
- het salaris dat je hebt verdiend
- het aantal jaren dat je aan de pensioenregeling hebt deelgenomen
- het opbouwpercentage gedurende die jaren
- de mate waarin toeslagverlening gedurende die jaren werd verleend
- het rendement dat je pensioenkapitaal in de excedentregeling heeft gemaakt
Het ouderdomspensioen wordt vanaf de pensioendatum maandelijks uitbetaald, zolang je leeft. Een indicatie van het ouderdomspensioen staat op het jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht (UPO), op mijnPensioencijfers en op mijnPensioenoverzicht.
Voorbeeld opbouw in de basisregeling:
Je verdient € 70.000 per jaar. De franchise is € 14.259. En je bent 45 jaar.
In de basisregeling bouw je in dat jaar bij 1,875% €723 ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag (€ 52.807 – € 14.259 = € 38.548*1,875%).
Het ouderdomspensioen dat je bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren pensioenopbouw in de basisregeling plus de eventuele toeslagverlening en eventuele waardeoverdracht.
Sociale partners (werkgever en ondernemingsraad) hadden een vaste premie voor een periode van 5 jaar afgesproken. Op het moment dat de pensioenpremie onvoldoende was om de opbouw in de basisregeling en de beschikbare premieregeling te financieren, werd het opbouwpercentage en de beschikbare premie verlaagd. Dit noemen we een CDC-regeling. Deze verlaging is van toepassing in de jaren 2017, 2018 en 2019. In het pensioenreglement vind je de juiste percentages en staffels.
Laag 3
Meer informatie over het ouderdomspensioen:
Overige documenten:

Kom je te overlijden?
Dan krijgt je partner partnerpensioen en je kinderen wezenpensioen.
Kijk in laag 2 voor meer informatie.
Laag 2
De hoogte van het partnerpensioen
De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van het moment waarop je overlijdt. Op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) of mijnPensioencijfers zie je hoeveel partnerpensioen je partner krijgt. Je ontvangt het Uniform Pensioenoverzicht elk jaar digitaal via mijn pensioencijfers.
Situatie 1: Je overlijdt, terwijl je nog niet met pensioen bent, maar ook geen actieve deelnemers in het pensioenfonds
Je partner krijgt een partnerpensioen vanaf jouw overlijden, totdat je partner zelf overlijdt. Het partnerpensioen is in principe 70% van het pensioen dat je bij Van Lanschot hebt opgebouwd in de basisregeling.
Situatie 3: Je overlijdt nadat je met pensioen bent gegaan
Je partner krijgt een partnerpensioen vanaf jouw overlijden, totdat je partner zelf overlijdt. Het partnerpensioen in de basisregeling is standaard 70% van jouw ouderdomspensioen. Maar je kunt vlak voordat je met pensioen gaat voor een andere verdeling kiezen. Daardoor kan de hoogte van het partnerpensioen hoger of (als je partner daarmee instemt) juist lager zijn dan 70%.
Wezenpensioen
Heb je kinderen? Zij hebben recht op een wezenpensioen. Het wezenpensioen is een tijdelijke uitkering. Als je overlijdt krijgen kinderen tot 18 jaar een uitkering van 20% van het nabestaandenpensioen. Studerende en invalide kinderen krijgen tot 27 jaar het wezenpensioen.
Extra partnerpensioen
Je neemt standaard deel aan een aanvullende verzekering voor extra partnerpensioen, tenzij je hier vanaf gezien hebt. Dit is de Anw-hiaatverzekering. Als je overlijdt, krijgt je partner jaarlijks een vast bedrag uitgekeerd als extra uitkering naast het partnerpensioen. De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks vastgesteld.
Op www.pensioenfondsvanlanschot.nl vind je informatie over de actuele hoogte van de uitkering van de Anw-hiaatverzekering. De uitkering uit de Anw-hiaatverzekering stopt als je partner een AOW-uitkering ontvangt. De premie voor deze verzekering betaal je zelf en wordt maandelijks ingehouden op de salaris. De hoogte van de premie vind je op de website. Als je geen prijs stelt op deze vrijwillige dekking, dan kan je hiervan afstand doen.
Als je overlijdt, heeft je partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Je partner moet dan geboren zijn vóór 1950 of (een of meer) minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kun je vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
Laag 3
Meer informatie over het nabestaandenpensioen:
Overige documenten:

Word je arbeidsongeschikt?
Wanneer je nu arbeidsongeschikt wordt veranderd er niets bij Pensioenfonds F. van Lanschot. Vraag bij je huidige pensioenuitvoerder na wat de regels zijn voor pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.
Het pensioenfonds van Lanschot kent geen arbeidsongeschiktheidspensioen of aanvulling op je arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Laag 2
Raak je voor meer dan 35% arbeidsongeschikt? Dan krijg je na twee jaar ziekte een uitkering van UWV. Als je meer dan 35% arbeidsongeschikt was voor 1 januari 2020, blijf je pensioen opbouwen over het arbeidsongeschikte deel. We noemen dit ‘premievrije voortzetting van de pensioenopbouw’. Je hoeft hier dus geen premie voor te betalen. Je pensioenopbouw over het arbeidsongeschikte deel is gebaseerd op je salaris voordat je arbeidsongeschikt raakte en op je arbeidsongeschiktheidspercentage.
Ook wanneer je voor 1 januari 2020 al ziek was kan je recht hebben op premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij Pensioenfonds F. van Lanschot. Is dit het geval neem dan contact op met AZL voor meer informatie.
Laag 3
Meer informatie over het premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid:
Overige documenten:
Wat krijg je in de pensioenregeling niet?

Word je arbeidsongeschikt?
Dan krijg je geen arbeidsongeschiktheidspensioen van ons.
Laag 2
De pensioenregeling voorziet niet in een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Als je arbeidsongeschikt wordt, krijg je een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (IVA/WIA).
Vanuit het pensioenfonds heb je geen recht op een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling en arbeidsongeschiktheid:
Overige documenten:
Hoe bouw je pensioen op?





Je bouwt op drie manieren pensioen op:
- A – AOW: dit pensioen krijg je van de overheid. Op www.svb.nl lees je meer over de AOW.
- B – Pensioen bij Van Lanschot via Pensioenfonds F. van Lanschot tot 1 januari 2020 en daarna via ASR. Je bouwt aanvullende pensioenaanspraken op via je werkgever. Hierover gaat dit Pensioen 1-2-3.
- C – Pensioen dat je zelf regelt. Bijvoorbeeld met een lijfrente of banksparen of door vermogensvorming.
Laag 2
- A – AOW. Dit pensioendeel krijg je vanuit een volksverzekering. De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. Je bouwt in de 50 jaar voorafgaand aan je eigen AOW-leeftijd je recht op AOW op. Je bouwt alleen AOW op als je in Nederland woont en/of werkt. Op welke leeftijd je AOW krijgt, hangt af van je geboortedatum. De AOW-leeftijd stijgt afhankelijk van de levensverwachting. Ook de hoogte is niet voor iedereen gelijk. De AOW-bedragen worden ieder jaar aangepast. Informatie over de AOW en uw AOW-leeftijd vind je op www.svb.nl.
Let op: heb je niet altijd in Nederland gewoond of gewerkt? Dan kan je AOW lager uitvallen. Op www.svb.nl lees je meer over de AOW.
- B – Pensioen bij Van Lanschot. Dit is het pensioen dat je via je werk hebt opgebouwd tot 1 januari 2020. Hoeveel pensioenaanspraken je hebt opgebouwd via de regeling van je werkgever, zie je op het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) of op mijnPensioencijfers. Wil je een overzicht van de pensioenen die je bij andere werkgevers hebt opgebouwd? Kijk dan op mijnPensioenoverzicht.
- C – De pensioenaanvulling waar je zelf voor zorgt. Je kunt zelf een aanvulling regelen op je AOW en het pensioen dat je opbouwt via je werkgever. Er zijn verschillende manieren om je pensioen aan te vullen. Bijvoorbeeld via banksparen of door een verzekering – zoals een lijfrente – af te sluiten. Of je dat nodig vindt, hangt af van je financiële en persoonlijke situatie. Een financieel adviseur kan je helpen bij het maken van keuzes. Je kunt ook kijken naar de pensioenschijf van vijf op de website van het Nibud.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling van Van Lanschot Bankiers:
Overige documenten:

De basisregeling van Pensioenfonds van Lanschot is een middelloonregeling op basis van een collectieve vastgestelde bijdrage (CDC). op basis van CDC.
Door het CDC-karakter is het opbouwpercentage de afgelopen jaar gewijzigd.
Ieder jaar bouwde je een stukje van je pensioen op. Het pensioen dat je hebt opgebouwd, is een optelsom van al die stukjes. Vanaf je pensioendatum ontvang je dit pensioen zolang je leeft.
Laag 2
In de basisregeling bouwde je pensioen op tot een fulltime salaris van € 52.807 (2019).
De basisregeling is een zogenoemde CDC-regeling (Collective Defined Contribution). Letterlijk vertaald betekent dit ‘collectieve vastgestelde bijdrage’.
De werkgever betaalde een vaste premie aan het pensioenfonds. De premie was zo berekend dat je naar verwachting 1,875% van je pensioengrondslag aan pensioen kon opbouwen.
Wanneer de afgesproken premie niet voldoende was om de beoogde opbouw te betalen, kon de opbouw voor het komende jaar worden beperkt en je pensioenaanspraken vallen hierdoor lager uit. Dit kon bijvoorbeeld het geval zijn als de kosten van de pensioenopbouw toenemen, de rente daalde of de levensverwachting sneller steeg dan gedacht. Voor de jaren 2017, 2018 en 2019 is het opbouwpercentage verlaagd. Kijk in het pensioenreglement naar de exacte opbouwpercentages.
Je bouwde niet over je hele salaris pensioen op. Het pensioenfonds houdt namelijk rekening met de AOW die je van de overheid ontvangt als je met pensioen gaat. Het deel van het loon waarover je geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. De franchise voor 2019 was € 14.259.
Hoeveel pensioenaanspraken je in de basisregeling in een jaar opbouwde, bereken je met de volgende formule:
Bruto fulltime pensioengevend jaarsalaris – franchise = pensioengrondslag
Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw
Laag 3
Meer informatie over de basisregeling van Van Lanschot:
Overige documenten:

Verdien je meer dan € 52.807 fulltime (2019)?
Verdien je meer dan € 52.807 fulltime (2019) dan was er ook een excedentregeling. Dit was een premieregeling.
Door een maandelijkse premie inleg werd een pensioenkapitaal opgebouwd, waarmee je bij pensionering een pensioenuitkering kunt aankopen.
In 2020 is een collectieve waardeoverdracht uitgevoerd van de opgebouwde kapitalen naar ASR (de huidige uitvoerder van de pensioenregeling van Van Lanschot Kempen).
Laag 2
Over het salaris van € 52.807 tot € 107.593 op fulltime basis (2019) bouwde je pensioen op via de excedentregeling. De excedentregeling was een premieregeling. Voor de opbouw van een pensioenkapitaal werd een premie betaald aan het pensioenfonds. Deze premie werd belegd volgens life cycle. Dat wil zeggen dat het risico in de beleggingen wordt afgebouwd naarmate je dichter bij de pensioendatum komt.
Hoeveel premie werd ingelegd is afhankelijk van je leeftijd en je salaris. De ingelegde premie is een leeftijdsafhankelijk percentage van het salaris.
In onderstaande tabel zie je hoeveel premie werd ingelegd. In 2019 g0lden in afwijking van het reglement verlaagde percentages in verband met een premietekort in de excedentregeling.
Premiepercentage
(1-1-2019) |
|
Leeftijd | |
20-24 | 4,23% |
25-29 | 5,19% |
30-34 | 6,34% |
35-39 | 7,69% |
40-44 | 9,42% |
45-49 | 11,44% |
50-54 | 14,03% |
55-59 | 17,30% |
60-64 | 21,53% |
65-68 | 25,75% |
Laag 3
Meer informatie over de excedentregeling van Van Lanschot Bankiers:
Overige documenten:

Je bouwt jaarlijks in de basisregeling een deel van je uiteindelijke pensioen op.
Dat deed je niet over je hele salaris. Over € 14.259 (fulltime) bouwde je in 2019 geen pensioen op. Dit ‘drempelbedrag’ of franchise is ongeveer gelijk aan de AOW-uitkering die je vanaf je AOW-leeftijd van de overheid ontvangt. Bovendien is het pensioengevend salaris in de basisregeling gemaximeerd op € 52.807 fulltime (2019). Over het pensioengevend salaris min de franchise bouwde je jaarlijks maximaal 1,875% aan pensioen op.
In de excedentregeling bouwde je jaarlijks een deel van je pensioenkapitaal op. Er werd premie ingelegd in het pensioenkapitaal over het fulltime salaris vanaf € 52.807 tot € 107.593 (2019). De hoogte van de premie is afhankelijk van je leeftijd.
Laag 2
Tot 1 januari 2020 bouwde je elk jaar dat je werkt in de basisregeling een stuk pensioen op. De optelsom van de jaarlijks opgebouwde pensioenen bepaalt de hoogte van je totale ouderdomspensioen. De hoogte van je ouderdomspensioen is afhankelijk van je salaris en het aantal jaren dat je pensioen opbouwde.
Je bouwde niet over het hele salaris pensioen op. Het pensioenfonds houdt namelijk rekening met de AOW die je van de overheid ontvangt als je met pensioen gaat. Het deel van het loon waarover je geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’.
Hoeveel pensioen je in de basisregeling in een jaar opbouwde, bereken je met de volgende formule:
Bruto fulltime pensioengevend jaarsalaris – de franchise = pensioengrondslag
Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse bruto pensioenopbouw
Voorbeeld pensioenopbouw basisregeling
Martijn is 25 jaar. Hij verdient € 40.000,- bruto per jaar. Zijn pensioengrondslag is € 40.000,- (salaris) – € 14.259 (franchise 2019) = € 25.741. Over dit bedrag bouwt Martijn in één jaar 1,875% pensioen op: 1,875% van € 25.741 = € 483 bruto.
Stel, Martijn bouwt met ditzelfde salaris twee jaar pensioen op. Dan krijgt hij als hij met pensioen gaat jaarlijks 2 x € 483 = € 966 uitgekeerd. Het pensioen wordt maandelijks uitgekeerd. Gaat Martijn meer verdienen, dan bouwt hij ook meer pensioen op. De opbouw in eerdere jaren wordt niet met terugwerkende kracht verhoogd.
Het pensioen van Martijn kan worden verhoogd door indexatie als de financiële situatie van het pensioenfonds dit toelaat.
Over het salaris van € 52.807 tot € 107.593 op fulltime basis (2019) bouwde je pensioen op via de excedentregeling. De excedentregeling wass een premieregeling. Voor de opbouw van een pensioenkapitaal werd een premie betaald aan het pensioenfonds. Deze premie werd belegd.De hoogte van je pensioen hangt niet alleen af van hoeveel premie wordt ingelegd, maar ook van het beleggingsrendement is behaald. Hoeveel premie werd ingelegd is afhankelijk van je leeftijd en je salaris. De ingelegde premie is een leeftijdsafhankelijk percentage van het salaris
In onderstaande tabel zie je hoeveel premie werd ingelegd.
Premiepercentage (1-1-2019) 96,1% van de 4% staffel |
|
Leeftijd | |
20-24 | 4,23% |
25-29 | 5,19% |
30-34 | 6,34% |
35-39 | 7,69% |
40-44 | 9,42% |
45-49 | 11,44% |
50-54 | 14,03% |
55-59 | 17,30% |
60-64 | 21,53% |
65-68 | 25,75% |
Voorbeeld pensioenopbouw excedentregeling
Chantal is 48 jaar. Ze verdient € 85.000,- per jaar. Haar pensioengrondslag in de excedentregeling is € 85.000 – € 52.807 (basisgrens) = € 32.193. De premie die voor Chantal wordt ingelegd via de excedentregeling is 11,44% van € 32.193 = € 3.683. De premie wordt belegd. De ingelegde premie en het beleggingsrendement vormen samen het pensioenkapitaal van Chantal.
Laag 3
Meer informatie over de excedentregeling van Van Lanschot Bankiers:
Overige documenten:

Je betaalt elke maand premie voor je pensioen.
Niet meer van toepassing. Het pensioenfonds is vanaf 1 januari 2020 gesloten en wordt dus geen premie meer betaald.
Laag 2
Niet meer van toepassing. Het pensioenfonds is vanaf 1 januari 2020 gesloten en wordt dus geen premie meer betaald.
Laag 3
Meer informatie over de premie:
Overige documenten:
Welke keuzes heb je zelf?







Verander je van baan?
Je kunt je eerder opgebouwde pensioenaanspraken meenemen naar je nieuwe pensioenuitvoerder.
Het pensioenfonds draagt niet automatisch ”kleine pensioenen” over naar je nieuwe pensioenuitvoerder.
Laag 2
Je kunt je pensioen dat je bij Pensioenfonds van Lanschot hebt opgebouwd meenemen naar de pensioenuitvoerder van een nieuwe werkgever. Dit wordt ‘waardeoverdracht’ genoemd.
Het voordeel van waardeoverdracht is dat je pensioen bij één instantie is ondergebracht. Je krijgt op basis van het in te brengen pensioen een berekening van de nieuwe aanspraken die je bij overdracht krijgt toegekend. Aan de hand daarvan beslis je zelf of je wel of geen pensioen wilt overdragen.
Het pensioenfonds draagt niet automatisch ”kleine pensioenen” over naar je nieuwe pensioenuitvoerder. Je moet dus altijd zelf een aanvraag doen bij je nieuwe pensioenuitvoerder als je waardeoverdracht wilt doen.
Hoe werkt waardeoverdracht?
Wil je pensioen overdragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder? Vraag dit dan aan bij de nieuwe uitvoerder. Op basis van dit verzoek ontvang je een offerte. In de offerte zie je hoeveel pensioen je krijgt in de nieuwe regeling voor het pensioen uit je oude regeling. Omdat regelingen verschillen, kunnen deze bedragen afwijken. Maar de waarde van je pensioen blijft wel gelijk. Pas als je akkoord gaat met deze offerte wordt de waardeoverdracht in gang gezet. Je krijgt daarna geen pensioen meer van je oude pensioenuitvoerder.
Let op: In sommige situaties wordt de aanvraag ‘bevroren’. Bijvoorbeeld als de financiële situatie van de oude of nieuwe pensioenuitvoerder waardeoverdracht niet toelaat. Zodra de financiële positie weer hersteld is, wordt je aanvraag weer in behandeling genomen. De pensioenuitvoerder zal je informeren wanneer een dergelijke situatie aan de orde is.
Laag 3
Meer informatie over waardeoverdracht:
Overige documenten:

Wil je een deel van je ouderdomspensioen omruilen voor partnerpensioen voor je partner?
Dat kan als je met pensioen gaat.
Laag 2
Je kunt, als je met pensioen gaat, een deel van je ouderdomspensioen gebruiken voor een hoger partnerpensioen. Op het moment dat jij komt te overlijden krijgt je partner een hoger partnerpensioen. De uitkering van je ouderdomspensioen wordt lager.
Laag 3
Meer informatie over keuzemogelijkheden:
Overige documenten:

Wil je het partnerpensioen, of een deel daarvan, omruilen voor extra ouderdomspensioen voor jezelf?
Dat kan als je met pensioen gaat.
Laag 2
Je kunt, als je met pensioen gaat, je pensioen uit de basisregeling verhogen door (een deel van) het partnerpensioen om te zetten in extra ouderdomspensioen. Je kunt dit hogere pensioen vervolgens gebruiken om bijvoorbeeld eerder te stoppen met werken. Dat kan een optie zijn als je geen partner hebt of als je partner zelf een adequaat ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Heb je een partner? Dan is voor het ruilen van je partnerpensioen schriftelijk toestemming van je partner nodig.
Laag 3
Meer informatie over keuzemogelijkheden:
Overige documenten:

Wil je eerder of later met pensioen gaan?
Dit moet je 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum bij het pensioenfonds aanvragen. Bespreek dit met je werkgever.
Laag 2
De standaardleeftijd waarop je met pensioen gaat is de pensioenrichtleeftijd en die is sinds 2018 68 jaar. Uiteraard heb je de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan. Op zijn vroegst kun je met pensioen wanneer je 55 jaar bent. Maar wanneer je eerder stopt met werken, bouw je korter pensioen op en wordt je pensioen langer uitgekeerd. Het pensioen dat je maandelijks ontvangt zal daardoor lager zijn.
Let op: als je eerder met pensioen wilt, moet je dit tenminste drie maanden voordat je met pensioen gaat doorgeven aan het pensioenfonds.
Deeltijdpensioen
Wil je minder werken, maar nog niet volledig met pensioen? Dan kan deeltijdpensioen een oplossing zijn. Deeltijdpensioen is mogelijk vanaf 55 jaar. Dit is een vorm van vervroegde pensionering waarbij je voor een gedeelte met pensioen gaat en voor een gedeelte blijft werken. Overleg met je leidinggevende of je HR manager wat de mogelijkheden zijn.
Laag 3
Meer informatie over keuzemogelijkheden:
Overige documenten:

Wil je beginnen met een hoger of juist een lager pensioen?
Dat kan je aangeven op het aanvraagformulier dat je ontvangt voordat je met pensioen gaat.
Laag 2
Normaal gesproken krijg je als je met pensioen bent een vast bedrag per maand. Maar je kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld eerst vijf of tien jaar een hoger pensioen te ontvangen en daarna een lager bedrag, of andersom. De verhouding tussen het hoge en lage bedrag is gebonden aan een maximum percentage. Als je hierin geïnteresseerd bent, kun je contact opnemen met het pensioenfonds om de mogelijkheden door te rekenen. Het ‘hoog-laag’ pensioen heeft geen gevolgen voor de hoogte van het partner- of wezenpensioen.
Wil je gebruikmaken van de hoog-laag regeling? Geef dit dan minstens drie maanden voordat je met pensioen gaat door aan de administrateur AZL.
Laag 3
Meer informatie over keuzemogelijkheden:
Overige documenten:

Je bouwt bij Pensioenfonds van Lanschot pensioen op over het salaris tot € 107.593 (2019).
Verdien je meer, dan kun je zelf via een netto pensioenregeling extra pensioen opbouwen.
Laag 2
Het pensioenfonds voert geen netto pensioenregeling uit. Van Lanschot biedt wel de mogelijkheid om netto pensioen te sparen. Neem hiervoor informatie op met HR.
Je kunt ook zelf iets regelen indien je dat wilt. Het is verstandig om voor de mogelijkheden contact op te nemen met een financieel adviseur.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Hier vind je de pensioenvergelijker
Laag 2
Geen laag 2 beschikbaar
Laag 3
Geen laag 3 beschikbaar
Hoe zeker is je pensioen?



Hoe zeker is je pensioen?
De hoogte van je pensioen staat niet vast.
Het is mogelijk dat je pensioen niet met de ontwikkeling van de prijzen mee groeit. Dat is van toepassing wanneer er niet geïndexeerd kan worden of slechts gedeeltelijk. Het pensioenfonds heeft namelijk te maken met onder meer de volgende risico’s:
- Het langlevenrisico. Mensen worden gemiddeld steeds ouder. Het pensioenfonds moet het pensioen daardoor langer uitbetalen.
- Het renterisico. Een lage rente maakt pensioen duurder. Daardoor is meer geld nodig om hetzelfde pensioen te kunnen uitbetalen.
- Het beleggingsrisico. De resultaten van de beleggingen kunnen tegenvallen.
- Maatregelen vanuit de overheid kunnen invloed hebben op de pensioenopbouw of pensioenuitkering.
In het jaarverslag vind je een overzicht van de indexaties over de afgelopen jaren en de achterstanden.
Daarnaast kan je pensioen gekort worden op het moment dat de financiële situatie van het pensioenfonds onvoldoende is en het pensioenfonds niet in staat is om op tijd te herstellen. Dit is op dit moment niet aan de orde.
Op de website vind je meer informatie over de financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds van Lanschot.
Laag 2
In de afgelopen jaren is gebleken dat je als deelnemer rekening moet houden met een mogelijk lager pensioeninkomen dan je misschien had verwacht. Dat heeft verschillende oorzaken.
- Naast de kwaliteit van de pensioenregeling kunnen een snel stijgende levensverwachting, een lage rentestand of tegenvallende economische ontwikkelingen invloed hebben op de hoogte van je uiteindelijke pensioenuitkering.
- In een CDC-regeling kon de toekomstige opbouw worden verlaagd.
- Op het moment dat de financiële positie van het pensioenfonds ontoereikend is, blijft toeslagverlening als eerste uit. Als toeslagverlening een aantal jaren achter elkaar uitblijft, kun je te maken krijgen met een behoorlijke achterstand. De komende jaren is de kans groot dat er geen of slechts gedeeltelijke toeslagverlening kan worden toegekend.
- Als de financiële positie langere tijd ontoereikend blijft, kan het gebeuren dat ook kortingsmaatregelen moeten worden doorgevoerd. Je pensioenaanspraken (en ingegane rechten bij gepensioneerden) worden dan verminderd.
- Ook wijzigingen in de privésituatie, zoals een lager salaris, een echtscheiding of verlies van je baan kunnen leiden tot een (aanzienlijk) lager pensioen dan je had gehoopt.
Om een beeld te vormen van het inkomen als je met pensioen bent, adviseren we je om het UPO goed te bekijken. Het UPO ontvang je elk jaar. Volg de ontwikkelingen bij het pensioenfonds via de website www.pensioenfondsvanlanschot.nl. Ook kun je terecht bij www.mijnpensioenoverzicht.nl voor een totaaloverzicht van het pensioeninkomen.
Ga regelmatig – bijvoorbeeld eens per jaar – na of je inkomen als je met pensioen bent, overeenstemt met je verwachtingen. Zo kun je zelf tijdig maatregelen treffen voor aanvullende voorzieningen als dat nodig is.
Beleidsdekkingsgraad
Vanaf 2015 moeten pensioenuitvoerders bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is onder meer van belang bij besluiten van het bestuur die gaan over de hoogte van de premie en het verlenen van toeslag. Ook is de beleidsdekkingsgraad een belangrijke graadmeter voor de vraag of het pensioenfonds genoodzaakt is de pensioenen te verlagen. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 100% dan mag het pensioenfonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden. Op de website vind je meer informatie over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Het pensioenfonds streeft er naar om je pensioen elk jaar mee te laten groeien met de stijging van de prijzen.
Dit heet toeslagverlening. Maar dit kan alleen als de financiële situatie van het Pensioenfonds goed genoeg is. De afgelopen jaren viel de toeslagverlening voor nog opbouwende deelnemers als volgt uit:
Datum | Toeslag | Stijging van de prijzen |
31-12-2020 | geen toeslag | 0,99% |
31-12-2019 | geen toeslag | 1,64% |
31-12-2018 | 0,69% | 1,47% |
31-12-2017 | 0,25% | 1,47% |
31-12-2016 | geen toeslag | 0,00% |
31-12-2015 | 0,1% | 0,39% |
31-12-2014 | geen toeslag | 0,70% |
31-12-2013 | geen toeslag | 0,90% |
31-12-2012 | geen toeslag | 1,98% |
Laag 2
Door inflatie wordt geld minder waard. Dit geldt ook voor het pensioen dat je hebt opgebouwd. Hoe blijft de koopkracht van je pensioen op peil? Het pensioenfonds probeert om de pensioenen elk jaar aan te passen aan de gestegen prijzen. Dit noemen we indexatie. De financiële reserve van het pensioenfonds moet wel hoog genoeg zijn om deze toeslag te kunnen betalen. Er wordt namelijk geen premie voor betaald; de toeslagverlening moet uit het rendement kunnen worden gefinancierd. Het bestuur van het pensioenfonds stelt ieder jaar vast of en zo ja, met welk percentage, je opgebouwde pensioen wordt verhoogd.
Laag 3
Meer informatie over toeslagverlening:
Overige documenten:

Wanneer Pensioenfonds van Lanschot een tekort heeft, geldt het herstelplan met de volgende maatregelen:
- Het pensioen groeit niet of niet volledig mee met de stijging van de prijzen.
- In het uiterste geval wordt je pensioen verlaagd.
Op dit moment is er een tekort en loopt er een herstelplan.
De kans dat de komende jaren geen of slechts gedeeltelijk geïndexeerd kan worden is groot.
De kans dat de opgebouwde pensioenen en pensioenaanspraken gekort moeten worden is zeer gering.
Laag 2
Het kan gebeuren dat het pensioenfonds ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. Het bestuur heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is, bijvoorbeeld geen toeslag verlenen. In het uiterste geval kan het pensioenfonds besluiten je opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te korten.
Het pensioenfonds heeft een herstelplan ingediend bij de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). In het herstelplan maken wij duidelijk hoe we de beleidsdekkingsgraad weer boven het ‘vereist eigen vermogen’ krijgen. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden. Het herstel zal naar verwachting binnen enkele jaren kunnen plaatsvinden. DNB heeft het plan goedgekeurd.
Vanaf 1 januari 2015 zijn pensioenfondsen wettelijk verplicht om hogere financiële buffers aan te houden. Pensioenfondsen moeten daaruit in de toekomst tegenvallers kunnen opvangen. De benodigde financiële buffer is specifiek voor een pensioenfonds en kan dus per pensioenfonds anders zijn. Dit wordt uitgedrukt in het zogenoemde ‘vereist eigen vermogen’.
Kans indexatie komende jaren gering
De kans dat de pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken van het Pensioenfonds F. van Lanschot verhoogd worden met volledige toeslag, is in de eerstkomende tien tot vijftien jaar klein. Dat is een gevolg van de wettelijke verplichting om hogere buffers op te bouwen en aan te houden. Bijna alle pensioenfondsen hebben hier mee te maken.
Het is daarom van groot belang dat iedere deelnemer zich verdiept in zijn pensioensituatie om na te gaan, wat het uitblijven van indexatie voor gevolgen heeft op zijn pensioen. Het kan noodzakelijk zijn om zelf aanvullende maatregelen te treffen.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:
Welke kosten maakt Pensioenfonds van Lanschot?

Het Pensioenfonds maakt de volgende kosten om de pensioenregeling uit te voeren:
- Kosten voor de uitvoering en administratie.
- Kosten om het vermogen te beheren.
- Bestuurskosten (inclusief commissies en organen).
- Kosten om te voldoen aan wet- en regelgeving.
Laag 2
Het pensioenfonds maakt verschillende kosten om de pensioenregeling uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan:
- kosten voor uitvoering en de administratie. Daar vallen de kosten voor de uitbetaling van de pensioenen en de incasso van de premies onder.
- kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld voor het maken van dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
- verplichte jaarlijkse afdrachten aan de toezichthouders, DNB en AFM.
- bestuurskosten, vergoedingen voor bestuurs- en commissieleden.
- kosten om het vermogen te beheren. Beleggen van het vermogen kost geld. Zo worden bijvoorbeeld de partijen betaald waaraan gevraagd is om voor het pensioenfonds het vermogen te beheren. En bij het uitvoeren van het beleggingsbeleid worden ook transactiekosten berekend. Dit zijn de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aan- en verkoop van aandelen of obligaties.
In het jaarverslag vind je een specificatie van de kosten gemaakt zijn.
Laag 3
Meer informatie over kosten:
Overige documenten:
Wanneer moet je in actie komen?








Als je van baan verandert.
Als je van baan verandert. Je kunt je eerder opgebouwde pensioen meestal meenemen naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever.
Het pensioenfonds verzorgt geen automatische waardeoverdracht voor ‘kleine pensioenen’. Je moet dus altijd zelf een verzoek doen als je waardeoverdracht naar je nieuwe pensioenuitvoerder wilt.
Laag 2
Je kunt je pensioen dat je bij Pensioenfonds van Lanschot hebt opgebouwd meenemen naar de pensioenuitvoerder van een nieuwe werkgever. Dit wordt ‘waardeoverdracht’ genoemd.
Het voordeel van waardeoverdracht is dat je pensioen bij één instantie is ondergebracht. Je krijgt op basis van het in te brengen pensioen een berekening van de nieuwe aanspraken die je bij overdracht krijgt toegekend. Aan de hand daarvan beslis je zelf of je wel of geen pensioen wilt overdragen.
Het pensioenfonds draagt niet automatisch ”kleine pensioenen” over naar je nieuwe pensioenuitvoerder. Je moet dus altijd zelf een aanvraag doen bij je nieuwe pensioenuitvoerder als je waardeoverdracht wilt doen.
Hoe werkt waardeoverdracht?
Wil je pensioen overdragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder? Vraag dit dan aan bij de nieuwe uitvoerder. Op basis van dit verzoek ontvang je een offerte. In de offerte zie je hoeveel pensioen je krijgt in de nieuwe regeling voor het pensioen uit je oude regeling. Omdat regelingen verschillen, kunnen deze bedragen afwijken. Maar de waarde van je pensioen blijft wel gelijk. Pas als je akkoord gaat met deze offerte wordt de waardeoverdracht in gang gezet. Je krijgt daarna geen pensioen meer van je oude pensioenuitvoerder.
Let op: In sommige situaties wordt de aanvraag ‘bevroren’. Bijvoorbeeld als de financiële situatie van de oude of nieuwe pensioenuitvoerder waardeoverdracht niet toelaat. Zodra de financiële positie weer hersteld is, wordt je aanvraag weer in behandeling genomen. De pensioenuitvoerder zal je informeren wanneer een dergelijke situatie aan de orde is.
Laag 3
Meer informatie over de waardeoverdracht:
Overige documenten:

Als je verhuist naar het buitenland.
Zorg dat het pensioenfonds je juiste adres heeft als je in het buitenland woont.
Laag 2
Meld een verhuizing naar het buitenland aan het pensioenfonds en bespreek wat de gevolgen zijn voor je pensioen. Informatie over de gevolgen voor de AOW vraag je aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op www.svb.nl.
Let op: ook als je binnen het buitenland nogmaals verhuist, moet je het pensioenfonds daarover informeren.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Als je gaat trouwen, samenwonen of een geregistreerd partnerschap aangaat.
Dit heeft gevolgen voor je pensioen.
Laag 2
Het pensioenfonds krijgt een melding van de gemeentelijke basisadministratie als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangaan. Je partner heeft dan automatisch recht op partnerpensioen. Maar als je ongehuwd samenwoont, heeft je partner niet automatisch recht op partnerpensioen bij jouw overlijden. Om je partner daarvoor in aanmerking te laten komen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract kunnen overleggen. En je moet je partner aanmelden bij het pensioenfonds.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Als je arbeidsongeschikt wordt.
Dit heeft gevolgen voor je pensioen.
Laag 2
Raak je voor meer dan 35% arbeidsongeschikt? Dan krijg je na twee jaar ziekte een uitkering van UWV. Als je meer dan 35% arbeidsongeschikt was voor 1 januari 2020, blijf je pensioen opbouwen. Dit wordt ‘premievrije voortzetting van de pensioenopbouw’ genoemd. Je hoeft hier geen premie voor te betalen. Je pensioenopbouw is gebaseerd op je salaris voordat je arbeidsongeschikt raakte en op je arbeidsongeschiktheidspercentage.
Laag 3
Meer informatie over het premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid:
Overige documenten:

Als je werkloos wordt.
Dit heeft gevolgen voor je pensioen.
Laag 2
Werkloos worden heeft geen gevolgen voor je pensioen bij het pensioenfonds. Mogelijk wel voor je huidige pensioenregeling, vraag dit na bij je huidige werkgever of pensioenuitvoerder.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling en beëindiging van het dienstverband:
Overige documenten:

Als je gaat scheiden of het samenwonen of geregistreerd partnerschap beëindigt.
Dit heeft gevolgen voor je pensioen.
Laag 2
Eindigt je relatie, dan heeft dit gevolgen voor je pensioen. Pensioen wordt namelijk als een gemeenschappelijk bezit gezien.
Verdeling ouderdomspensioen
Je ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je tijdens je relatie hebt opgebouwd. Als je wilt dat het pensioenfonds de betaling aan je ex-partner te zijner tijd regelt, moet je binnen twee jaar na je scheiding het formulier ‘Mededeling scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen’ invullen en opsturen naar het pensioenfonds. Het formulier kun je downloaden op de website van de Rijksoverheid. Je partner heeft alleen recht op een deel van het ouderdomspensioen als je getrouwd was of een geregistreerd partnerschap had.
Verdeling partnerpensioen
Je ex-partner blijft recht houden op het partnerpensioen dat tot aan het einde van de relatie is opgebouwd. Dit geldt ook voor partners van samenwonenden die zijn aangemeld bij het Pensioenfonds F. van Lanschot. Tenzij jullie andere afspraken hebben gemaakt. Beëindiging van de samenleving moet wel gemeld worden aan het pensioenfonds door middel van een gezamenlijk ondertekende verklaring. Het partnerpensioen wordt dan afgescheiden en gereserveerd voor je ex-partner en wordt ‘bijzonder partnerpensioen’ genoemd. Net als het gewone partnerpensioen wordt het bijzonder partnerpensioen uitgekeerd als je komt te overlijden. Een eventuele nieuwe partner deelt dus samen met je ex-partner het partnerpensioen.
Afwijken van de standaard verdeling
Het is mogelijk een andere verdeling te kiezen. Dit kun je vastleggen in het echtscheidingsconvenant. De verdelingswijze van het pensioen dient binnen twee jaar na je scheiding te worden doorgegeven aan het pensioenfonds door een kopie van het echtscheidingsconvenant naar het pensioenfonds te sturen.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Bekijk eens per jaar hoeveel pensioen je in totaal hebt opgebouwd
op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Laag 2
Op www.mijnpensioenoverzicht.nl vind je meer informatie over je pensioenopbouw, ook bij voorgaande werkgevers en je AOW. Besef wel, dat het een momentopname is, op basis van de rentestand, leeftijdsverwachtingen en het gemiddelde rendement in het betreffende jaar. De bedragen die je ziet, kunnen in volgende jaren wijzigen en zijn dus slechts een indicatie voor wat je ter zijner tijd voor je oude dag mag verwachten.
Het is daarom belangrijk om regelmatig bijvoorbeeld eens per jaar te kijken hoe je pensioen er voor staat.
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten:

Neem contact op met Pensioenfonds F. van Lanschot als je vragen hebt
of gebruikmaakt van de actie- en/of keuzemomenten: pf-vanlanschot@azl.eu
Laag 2
Of kijk voor meer informatie op de website www.pensioenfondsvanlanschot.nl
Laag 3
Meer informatie over de pensioenregeling:
Overige documenten: